Buitenbeen, elders leven en werken

zaterdag, maart 01, 2008

Verse vis, deel 2

Je zou het wel de week van de verse vis kunnen noemen. Die begon op donderdagavond met een vis, die nog kon bewegen, terwijl het al van alle bruikbare vlees ontdaan was.
Had ik dat dan niet begrepen dat het tonen van bewegende vis een teken van versheid was, het zou nog duidelijker worden tijdens de daaropvolgende dagen.

Zaterdagavond vleide ik me neer op de tatami bij mijn japanse vrienden. Moeder was naar de haven geweest, hier niet zo ver vandaan. Daar kan je heerlijke schaal- en weekdieren kopen tegen een zacht prijsje. Een pot met warm water werd op de tafel gezet, het brandertje aangestoken en een voor een passeerden de geschelpten en garnalen. Even vergaten we te wachten en bewogen de garnalen nog toen we ze uit het water haalden.

Dinsdagavond, tweede avond in Hiroshima, tijd om een van de specialiteiten van Hiroshima te proberen: vis in alle vormen en maten. Verontwaardigd was ik toen ik in het visrestaurant een grote papieren schort omgedaan kreeg. Waarom ik? Dachten ze dat ik niet met chopsticks overweg kon, na 22 keer in dit land. Toen ook mijn Japanse collega een zelfde schort omkreeg, wist ik dat het geen gewone sushi of sashimi zou zijn, die we mochten verwachten. Deze avond zou stof tot schrijven opleveren voor mijn blog, beloofde hij. En of! De serveerster zette voor onze neus een kom neer of beter gezegd een aquarium vol minivisjes, nauwelijks twee tot drie centimeter lang en drie milimeter dik. Geen decoratie, neen, ons avondeten. En ik kan je een ding vertellen: hoewel in Japan alle vis met sojasaus geserveerd wordt, vinden ze er zelf niks aan. Van zodra je het visje, als je dat al opgevist krijgt uit het water, in de sojasaus dropt, spat die gewoon alles onder. Dan maar het kommetje met sojasaus onder de toog duwen en even wachten tot het ergste gespartel voorbij is. Een goeie vondst, vond ik: onder de toog kon dat diertje immers niks vuil maken en niets is zo makkelijk om eten als een met soja gedrogeerd visje. De serveerster keek met misprijzen toe en maande me aan om de vis al bewegend in mijn mond te steken, want veel verser. Oichi oichi hoorde ik mijn collega zeggen, maar ik vond het minder geweldig. Het kostte me teveel moeite om iets gegeten te krijgen en veel smaak heeft dat niet, zo'n minivisje, laat staan dat je er je honger mee kan stillen. Bovendien ontsnapte meer dan een vis in de vlucht tussen aquarium en saus aan mijn chopsticks, waardoor ik weer eens naarstig op zoek kon gaan naar dat kronkelende ding. Mij deed het hele gebeuren eerder denken aan een spelletje op de kermis. Ik was dan ook blij dat het leeghalen van het aquarium beloond werd met een portie traditionele sushi.

2 Comments:

  • Blijkbaar kan je na 22 keer Japan nog steeds voor verrassingen komen te staan. Het wordt precies hoe langer hoe gekker daar. Ik denk dat ik toch ook zou proberen te passen voor zo'n "superverse" vis met soja.

    By Anonymous Anoniem, at 10:36 a.m.  

  • Moet je daar nu zo ver voor gaan? In Geraardsbergen drinken ze jaarlijks levende visjes op 't Krakelingenfeest...

    By Anonymous Anoniem, at 9:54 a.m.  

Een reactie posten

<< Home